Doelgericht werken met Google Analytics

14 07 2010

Voorproefje van het Dashboard van Google Analytics

 

 

Een middag spelen en uitproberen met Google Analytics leverde vandaag de nodige inzichten op. Statistische gegevens verzamelen over het gebruik van je website is met de gratis dienst van Google een peulenschil. Maar wat zeggen al die gegevens nu echt over de bezoekers?

Hoe werkt Google Analytics?

Met de Google Analytics Tracking Code (GATC) die je in alle pagina’s plaatst kan de site door Google worden doorgemeten. De online rapporten van Analytics kun je zelf instellen: per dag, per maand, per jaar… Zo weet je in een handomdraai alles over aantal bezoekers, populaire content, zoekwoorden etcetera, in die periode.
Het gebruik begint uiteraard met de aanmelding voor een Google Analytics account. De site zelf biedt uitgebreide informatie over de vele mogelijkheden.

Bezoeken en bezoekers, absoluut uniek

Over de periode die je instelt wordt vermeld:

  • hoeveel bezoekers je site heeft gegenereerd
  • hoeveel er daarvan “absoluut uniek” zijn (hetzelfde IP-adres van de bezoeker wordt niet dubbel geteld)
  • hoeveel er daarvan voor het eerst komen of terugkomen
  • hoeveel pagina’s er bekeken zijn (pageviews)
  • hoe lang de bezoeker gemiddeld blijft rondkijken op je site
  • welke contentpagina’s populair zijn

Dit is maar een microgreep uit de hoeveelheid data die Google Analytics kan ophoesten. Voor het succes van je site als geheel – of van een belangrijke pagina of campagne daarbinnen – kunnen deze gegevens een goede indicatie zijn.

Meten is weten, toch?

Google Analytics is een instrument om een site kwantitief door te lichten. Een sterke stijging in pageviews ten opzichte van een voorgaande periode is meestal goed nieuws voor managers. Maar een organisatie die keihard moet verkopen ziet liever resultaat in de vorm van leads. Analytics kan ook het doorklikpercentage van elke stap in een online aankoopproces meten. Het opvallend afhaken van de aspirant koper bij een van de stappen ligt misschien aan gebreken van de bijbehorende webpagina of in de onoverzichtelijkheid van het aankoopproces als geheel.

Het duiden van oorzaken moet je dus zelf doen. En de eerste aanname die je op grond van cijfers doet hoeft niet altijd de juiste te zijn. Vaak is er veel trial and error nodig voordat een hierboven beschreven aankoopproces structureel verbeterd is.

Benchmarking

Voor een globaal beeld vergelijkt Google Analytics jouw site ook met de gemiddelde prestaties van andere sites. Niet altijd zijn die vergelijkingssites even relevant, maar een hoge ‘bouncing rate’ (afhaakpercentage van gebruikers) is meestal een teken aan de wand. Hoe dat dan weer vertaald moet worden naar een kwaliteitsslag om dit euvel te verhelpen is iets wat Analytics je nooit zal vertellen.

Mooi waren een aantal voorbeelden van de gemeentesite die we bekeken. Een opvallende piek in de bezoekersaantallen in maart was te herleiden tot de pagina die daags na de gemeenteraadsverkiezingen de uitslag publiceerde. Het is een indicatie dat deze pagina aan een informatiebehoefte van de inwoners voldoet. En dat dit voor de site dus een onderwerp is om in de toekomst rekening mee te houden.
De gemeente hecht nog al aan het bereik van de inwoners. Stijgingen in bezoekersaantallen zeggen dan niet genoeg als deze niet verminderd zijn met het aandeel dat van buiten de gemeente komt.

Meten vanuit strategische doelstellingen

Google Analytics is een prachtig stuk gereedschap, voor een globaal beeld of een diepte-analyse. Zoals met de meeste webstatistiekprogramma’s opent zich een oceaan van mogelijkheden.

Maar getallen zijn slechts symptomen van oorzaken die liggen in de kwaliteit, gebruiksvriendelijkheid en doelmatigheid van de site. Wees kritisch op wat je meet en spreek met het management af waar de accenten voor de komende periode liggen. Vertaal de strategische doelstellingen naar een aantal KPI’s (Key Performance Indicators) waarin de webstatistiek haar nut kan bewijzen.

Lees ook:






Weekend webcontent schrijven en beoordelen

12 09 2009

Papaver somniferum in volle glorieSchrijven voor het web staat centraal in dit derde weekend op de Wageningse Berg.

Geert Poort is onze ervaringsdeskundige. Hij brengt een afwisseling van theorie en direct praktiseren. Webschrijven is dagelijkse kost voor mij, maar ik ontdek toch weer een aantal nieuwe invalshoeken. Een globaal verslag, voor beginners en gevorderden:

Algemene wetmatigheden voor webschrijven

Het schrijven van teksten voor het beeldscherm is voor een deel niet anders dan effectief schrijven in het algemeen. Vraag jezelf af:

  • Wat wil ik kwijt? Is de opdracht helder? (inhoud)
  • Voor wie schrijf ik dit? Wat moet de lezer weten? (doelgroep)
  • Wat wil ik bereiken: informeren, activeren of verkopen? (doel)

Doelgroepen kunnen o.a. verschillen naar

  • geslacht
  • leeftijd
  • inkomen
  • nationaliteit
  • voorkennis
  • interessegebied

Voor je woordkeuze is belangrijk te weten dat er 6 taalniveaus worden onderscheiden. De gemiddelde volwassen lezer (80%) zit op B1-niveau.

Webschrijven: wat is er anders?

Houd in een tekst die je schrijft voor het beeldscherm of voor het web rekening met de volgende factoren:

  • webtekst wordt minder snel gelezen (een beeldscherm is onrustig aan het oog)
  • webtekst bevat hyperlinks en is dus interactief
  • webtekst kan multimedia bevatten of van vormpresentatie wisselen
  • webtekst is breed toegankelijk; doelgroepen zijn minder gemakkelijk te filteren
  • webtekst wordt gezien na actie van de lezer zelf; internet is een pullmedium

De factor leeftijd bij de doelgroep maakt verschil voor het internetgebruik. Bekende containerbegrippen hiervoor zijn:

  • De dagbladgeneratie (voor 1965) is gericht op informatie, tekstgeoriënteerd en niet opgegroeid met pc’s en internet
  • De MTV-generatie (na 1965) is gericht op emotie en sfeer en beeldgeoriënteerd. Pc’s en internet horen er helemaal bij
  • De Nintendo-generatie (na 1985) is gericht op informatie, sfeer en snelheid. Het is de generatie die is grootgebracht met internet en games en gewend is om veel dingen tegelijk te doen (multitasking). Min of meer synoniem aan Digital natives, Generatie Einstein of Homo Zappiens

Tips voor beeldschermteksten
(en -afbeeldingen)

Scanbaarheid
Webpagina’s worden niet gelezen maar gescand. Maak tekst dus scanbaar met titels, kopjes en opsommingen. Schep een visuele rangorde door titel, kopjes en subkopjes van groot naar klein te gebruiken. Voorbeeld: SVB.nl

Leespatroon
Webpagina’s worden gelezen in een F-patroon: horizontaal aan de bovenzijde, verticaal aan de linkerzijde en gedeeltelijk horizontaal in de bovenhelft van het scherm. Het is dus belangrijk om daar je belangrijkste elementen te plaatsen, zoals de hoofdnavigatie en de paginatitel.

E-nieuwsbrief
Voor e-nieuwsbrieven is de afzender belangrijk. Gebruik de naam van een firma of een bekende persoonlijkheid. De nieuwsbrief zelf bevat niet meer dan 8 à 10 korte teksten, eventueel met verwijzingen

Vermijd teveel scrollen
De webtekst boven de “vouw” (maximaal 200 woorden) wordt het beste bekeken. Wat onder het eerste beeldscherm zit heeft nauwelijks impact: slechts 22% scrollt helemaal naar beneden.

Gelaagdheid
Bied gelaagde informatie volgens een journalistieke opbouw: een kop voor het belangrijkste feit, een korte intro (maximaal 50 woorden) die de kern al weergeeft, daarna de eigenlijke tekst en achteraan links naar sites of documenten voor de echt geïnteresseerden. Ook een “Lees meer”-knip in de tekst bevordert de gelaagdheid. Denk aan een omgekeerde pyramide waarin het belangrijkste in de introtekst staat.

Effectieve intro’s
Een intro of lead voor een nieuwsbericht bevat de 5 W’s (Wie, Wat, Waar, Wanneer en Waarom). De insteek is feitelijkheid. Gebruik een topische zin die de kop nog eens dunnetjes overdoet. In een intro voor een achtergrondartikel trek je de aandacht met een sterk citaat of anecdote of een kwestie die je aanroert. Een intro voor een transactie roemt direct de voordelen en legt uit wat de lezer kan doen.

Search Engine Optimization (SEO)
Optimaliseer je vindbaarheid op internet door domeinnaam, URL, titel, kop 1 tot en met 3 (Headings), vet, cursief, links, tekst en metadata (description en keywords) slim te formuleren. Gebruik in deze onderdelen zoveel mogelijk woorden die de websurfer echt gebruikt en waarop je gevonden wilt worden. Dus geen “Klik hier” maar “Download onze wijnrecepten” als call-to-action.

AIDA (niet de opera)
Ook voor verkoopteksten op het web werkt AIDA: na de titel of kop volgt de aandacht trekkende intro (Attention), daarna een alinea voor Interest (waarin onderscheidt het product zich? Wat zijn de voordelen voor de klant?), een alinea voor Desire (een extra voordeel of aanbieding) en een call-to-Action.

Afbeeldingen
Laat afbeeldingen de tekst ondersteunen. Ze kunnen extra informatie bieden (denk aan grafieken of infographics) of een beoogde sfeer scheppen. Decoratieve afbeeldingen worden nauwelijks bekeken, maar verbeteren de scanbaarheid van een webpagina.

Homepage
De tekst op de homepage vertelt kort wie of wat je bent en waar je voor staat. Een tagline, een paar zinnen of een korte opsomming is daarvoor beter geschikt dan een mission statement. Daarnaast bevat de homepage een globale wegwijzer naar de inhoud van de site. Dat kan ook de hoofdnavigatie zijn, aangevuld met een aantal uitgelichte ingangen, zoals veel bezochte pagina’s of een nieuwsbericht.

Dialoog en dynamiek
Het aangaan van een dialoog met de bezoeker is een duidelijke trend. Denk aan de mogelijkheid tot reageren op de website, het toekennen van een waardering (rating), een forum, chat, poll, game, online formulier of interactieve module. Ook kan de dynamiek verhoogd worden door user customization (zie Sync.nl en klik op Je voorkeuren), koppelingen met RSS, weblogs, wiki’s en andere sociale media.
De behoefte van de bezoeker telt. Overdrijf niet: het doel heiligt de middelen. Een forum dat bijvoorbeeld onvoldoende wordt gemodereerd maakt een slechte indruk.

Vermeldenswaard is nog de mashup: het combineren van gegevens uit bestaande bronnen in een andere vormgeving. Op Marktplaats.nl maakt een Kijk in uw wijk-mashup duidelijk waar de dichtstbijzijnde aanbieders wonen.

Meer over schrijven voor het web

Usability-goeroe Jakob Nielsen over leespatronen
Software Usability Research Laboratory (SURL) over heatmaps en gaze plots
Wiskundige formules voor leesbaarheid van teksten van Flesch, Douma en Langer
Knip en plak je tekst en ontvang een genadeloos advies: Schrijfmaargewoon.nl
Formules voor koppen die verkopen
Drempelvrije toegankelijkheid op het web en een kwaliteitsmodel voor webrichtlijnen