Interne communicatie – avond 2

9 11 2009

Het vervolg op Interne communicatie – avond 1

 

Wat moeten we eigenlijk verstaan onder interne communicatie?

Er bestaan veel definities en nog meer invullingen, afhankelijk van de context. Vanavond proberen we het begrip wat meer af te bakenen.

Een definitie van interne communicatie

De vorige keer hadden we de opdracht gekregen om er voor vanavond zelf een te formuleren. De mijne luidt als volgt:
Interne communicatie is het systeem van brengen en halen van informatie en data door medewerkers binnen een organisatie. Onder dit systeem reken ik bijvoorbeeld intranet, datamanagement, kennismanagement, e-mail en instant messaging.

Erik Reijnders definitie (2006):
Interne communicatie is een proces van continue uitwisseling van boodschappen en de betekenisgeving daarvan tussen personen die beroepshalve betrokken zijn bij de organisatie.

Kernbegrippen uit de definities zijn:

  • organisatie
  • beroepshalve
  • uitwisseling
  • betekenisgeving

Verhelderen van problemen

Traditioneel wordt veel interne communicatie ingericht rond doelgroepen, campagnes en presentaties. De vraag is of dat nog werkt binnen de huidige staat van de technologie.

Wanneer je knelpunten signaleert, vraag je af: waarom?

  • zijn strategie, middelen of management onvoldoende?
  • voldoet de eigen definitie van interne communicatie niet (meer)?
  • spelen innovaties zoals “Web 2.0” parten?
  • is onze communicatierol veranderd?

Stel jezelf 4 kernvragen over de interne communicatie:

  • Wie?
    Medewerkers, communicatieadviseurs, managers, ondernemingsraad, interne klanten…
  • Waarom?
    Communicatie ondersteunt de organisatie, communicatiestrategie ondersteunt de bedrijfsstrategie…
  • Wat?
    Taakinformatie om je werk goed te kunnen doen, digitale informatie, corporate informatie…
  • Hoe?
    Top down (in de lijn van boven naar beneden) of frontoffice/backoffice (over en weer en meer horizontaal)? Is er interactiviteit voor het delen en creëren van informatie nodig?

Wat werkt voor interne communicatie is voor elke organisatie anders. Interactiviteit moet niet: intranet kan ook een intern (top down) nieuwskanaal zijn dat door een beperkt aantal mensen gevuld wordt. En oninteressant geschreven content (zoals een handleiding) kan toch heel bruikbaar zijn.





Sociale media revolutie

21 08 2009

Scharlei (Salvia sclarea)Sociale media op internet veranderen onze leefwereld. Wat betekent dit voor communicatieprofessionals? Geheel in de pakkende stijl van de bekende Did you know?/Shift Happens-film is er nu een variant over de invloed van sociale media. Verwacht dus: overdonderend cijferwerk en beeldmateriaal, stevige oneliners en een drijvende beat. Lichtelijk demagogisch, maar ideaal als inleiding om een “slapende menigte” wakker te schudden.

Overigens jammer van de hiccups in het geluid, maar dat zal bij een volgende versie wel verbeterd worden…

 

Een uitwerking van de gevolgen voor de (corporate) communicatie vind je in een uitstekende blogpost van Frank Janssen en Karianne Vermaas: Communicatie 2.0 is grenzeloos.
Een waarschuwing is er ook. Stort je niet als een dolle op de sociale media voordat je eigen website op orde is. Een bijdrage van Renata Verloop, een van mijn docenten bij de HAN: Web 1.0 verdient veel meer aandacht!





Internetmarketing – avond 3

15 06 2009

Judaspenning (Lunaria annua)Het vervolg op Internetmarketing – avond 2

Vanavond een globaal overzicht van de vele andere middelen die je voor je marketing in kunt zetten:

RSS 
RSS (Really Simple Syndication) is een vorm van actuele berichtgeving. Veel sites bieden tegenwoordig een of meerdere RSS-feeds aan, maar het gebruik neemt nog niet zo’n hoge vlucht als een aantal jaren geleden werd verwacht. Soms lezen mensen wel RSS maar herkent men het niet als zodanig: denk aan feeds en nieuws in recente browserversies (Internet Explorer 7 en Firefox), de Google Sidebar of op beeldschermen in postkantoren en treinstations.
RSS biedt goede mogelijkheden voor nieuwsproducenten (zoals Nu.nl) en kan voor extra bezoek aan je site zorgen.

Portals
De populariteit van portals (www.AMT.nl, Tweakers.net) loopt terug in vergelijking met weblogs. Portals zijn verzamelplaatsen voor mensen met een gedeelde specifieke interesse. De insteek is meestal niet commercieel.

Weblogs
De inhoud van weblogs is vaak persoonlijk van aard. Met weblogmarketing verbind je je aan de reputatie van het blog. Het gaat op weblogs meer om het delen van kennis en ervaringen. In dat opzicht kunnen het goede communicatiekanalen zijn naar je klanten. Blogs verbeteren ook je positie in zoekmachines: die zijn namelijk gek op actuele informatie!

Een aardig voorbeeld is de citymarketing van de gemeente Groningen op Groningenlife.nl. Weblogs kunnen ook toegepast worden voor werving en selectie (www.werkenbijreedbusiness.nl/weblog/) of het uittesten van ideeën (RedesignMe.com).

Microblogging (Twitter)
De berichten op microblogs zoals Twitter zijn extreem kort (140 karakters). Twitter wordt veel gebruikt voor reputatiemarketing van personen, merknamen en berdrijven. Het is een drempelloze en persoonlijke manier om snel een groot publiek te bereiken of om een klankbordgroep te creëeren. Voorlopig is het nog zo dat jongeren liever  chatten

Bannering
Bannering is met name interessant voor branding en productintroductie  Met bannering voer je een campagne op andermans sites. Ga er slim mee om: welke sites zijn het beste startpunt? Er zijn bemiddelaars zoals WebAds.nl, AdLINKMedia.nl en Adfactor.nl die je op dit punt kunnen adviseren. Je kunt ook zelf een netwerkje opzetten. Ga bij de keuze van sites uit van de doelgroep die je wilt bereiken.

Belangrijk is de Click Through Ratio (CTR) die meestal niet hoger ligt dan 2%. Denk voor de effectiviteit goed na over de vervolgstappen: je hebt een banner geplaatst, de bezoeker klikt door naar jouw site, en wat dan? De banner moet optimaal aansluiten bij de gelinkte landingspagina. Bied de klant eerst iets (een spelletje bijvoorbeeld) en  zend dan pas je boodschap.

Soorten banners:

  • Flash: biedt fraaie grafische mogelijkheden, maar kies een zo laag mogelijke versie omdat die het meest verbreid is
  • .gif: begint als toepassing wat achterop te lopen omdat de mogelijkheden  beperkter zijn
  • DHTML: door een dynamische koppeling met een database biedt dit veel leuke mogelijkheden
  • Video: werkt ook prima. Soms wordt de effectiviteit van  televisiecommercials eerst uitgetest op internet.

Er zijn standaard bannerformaten, zie BannerDirect.nl/formaten. Grote, schermvullende pop-ups schijnen het beste te werken, ondanks de irritatie die ze kunnen oproepen. Ook formulieren met directe invulbare velden hebben een hoge conversie.

Affiliate marketing
Bij Affiliate marketing verkoopt of bemiddelt een site (de affiliate) voor een derde partij (de merchant of advertiser). Denk bijvoorbeeld aan een boekingsmodule op een vakantiehuizensite.
Er zijn diverse afrekenmodellen:

  • CPC Cost Per Click. Voordeel: de afrekening is gebaseerd op het aantal doorkliks, maar dat betekent niet automatisch een lead of sale. CPC is bovendien klikfraudegevoelig!
  • CPM Cost Per Mille voor 1000 x tonen van een banner. Door bannermoeheid bij de consument is de doorklikratio vaak erg laag.
  • CPL Cost Per Lead. De betaling vindt plaats op basis van leads. Ook dit veelvoorkomend model is fraudegevoelig. De kwaliteit van de leads (bijvoorbeeld een brochure-aanvraag, inschrijving voor een nieuwsbrief) komt niet tot uitdrukking in dit model.
  • CPS Cost Per Sale staat voor betaling per verkoop, op basis van omzet, volgens een afgesproken percentage of tarievenstructuur. Dit afrekenmodel is beperkt fraudegevoelig en het meest populair. Een goede administratie en vertrouwen tussen de twee partijen is belangrijk.

Enquêtes in campagnes halen vaak ongelooflijk veel leads binnen. De vragen (en aanbiedingen!) worden dynamisch afgestemd op het verrijkte profiel dat ontstaat tijdens het beantwoorden van de vragen. Als dank voor het invullen van de enquête wordt de consument meestal een product-sample of de kans om een prijs te winnen voorgehouden.

Virtuele werelden
Voorbeelden van virtuele werelden op internet zijn SecondLife.comWorldofWarcraft.com en Habbo.com.  Met name deze laatste twee zijn op dit moment commercieel  interessant. Er zijn ook steeds meer bedrijven die eigen games ontwikkelen voor hun productpromotie.

Sociale netwerken
Sociale netwerken zijn virtuele gemeenschappen waar mensen elkaar online treffen.  Dat kan zijn voor zowel zakelijk gebruik als privégebruik. De helft van de Nederlanders zit al op een sociaal netwerk, met als bekendste voorbeelden LinkedIn.com, Xing.com, Facebook.com en  Hyves.nl. Ook YouTube.com en sommige virtuele werelden kun je als sociaal netwerk beschouwen.

Viral marketing
Bij virale marketing gaat het om het zo snel mogelijk verspreiden van een gemakkelijk over te dragen en door te sturen boodschap, game, filmpje etc. door middel van digitale mond tot mond reclame. Viral marketing is gebaseerd op bestaande populaire internetmedia zoals e-mail, blogging, SMS, chat en YouTube.com. 
Seeding is het doelbewust creëren van een aanjager (verhaal, reactie, gerucht). Er wordt meestal een campagne omheen gebouwd die bezoekers naar een site leidt.

Voorbeeld: internetspelletje van Martinair: je brengt gegevens in en daarna kun je het spel beginnen waarmee je een reis kunt winnen. Kans 1 op 4! Maar stiekem lever je ook informatie over relaties, welke bestemmingen populair zijn etc.

Tenslotte: Web 2.0
Het ”nieuwe” internet is meer open en interactief. Volgens Seth Godin heeft Web 2.0 vooral te maken met nieuwe manieren van online samenwerking en het delen van informatie. Denk aan:  zoekmogelijkheden (Zvents.com),  sociale platforms (Hyves.nl), tagging (Delicious.com),  sharing (Flickr.com, Wikipedia.org) en zakelijke toepassingen.

OPDRACHT:
Welke middelen zou jij inzetten voor je internetmarketing? Waarom kies je voor deze middelen? Maak een presentatie van maximaal 10 minuten. Aan wie zou je deze geven (opdrachtgever, directie,  collega’s…) ?